Ingredienten:

Sausijzen (Worstjes)
Zout
Water
Beuken rooksnippers
Eventueel eiken rookmot

Voorbereiding:
Zet een pan water op die groot genoeg is voor alle worstjes.
Doe hier flinks wat zout in. Een eetlepel of 2 per 5 worstjes.
Breng het water aan de kook. Doe de worstjes erin en zet de
pan van het vuur. Laat de worstjes nog minimaal 5 minuten wellen.
Haal ze daarna uit de pan en droog ze goed af met een theedoek o.i.d.
Laat ze dan goed afkoelen en drogen alvorens ze te gaan roken.

Het beste kan je dit een dag (of anders een paar uur) van te voren doen.

Roken:
Leg de worstjes op een rek of hang ze op in de rookoven.
Laat de deur op een flinke kier staan en zet alle schuiven volledig open.
Vul de houtlade voor driekwart met de beuken houtsnippers.
Steek deze in de fik en schuif de houtlade in de rookoven.
Breng de temperatuur naar 40 ºC en droog de worsten ongeveer 2 uur.
Breng dan de temperatuur naar de 80 100 ºC. En gaar de worsten ongeveer 45 minuten.
Vul de houtlade tussendoor met nieuwe houtsnippers indien dit nodig is.
Als de worstjes gaargerookt zijn,strooi dan een hand of twee eiken rookmot op het vuur.
Laat een klein gedeelte van de aslade vrij anders zal het vuur te snel doven en de temperatuur te snel dalen.
Door de rookmot zal de oven flink gaan roken en de eiken mot geeft
een lekkere stevige rooksmaak aan de worstjes. De temperatuur mag
in dit stadium wel wat lager zijn (55 a 60 ºC).
Na ongeveer 90 minuten zijn de worstjes klaar en kunnen ze uit de oven worden gehaald.

Opmerking:
Je kan het zout ook mengen met andere kruiden zoals pepers e.d.